maandag 26 maart 2012

Verslag van 25 februari tot 25 maart

Bahama’s



Bahama’s:Great Inagua, Mayaguana in de Betsybaai, Crooked Island, Little Habour op Long Island, Clarence town LI, Conception en George Town Exuma.


Als we op 25 februari landen op het eiland Great Inagua is dit wel even wennen, weer een heel andere wereld dan Cuba of Nederland.
Het inklaren gebeurt weer heel anders er is niemand op kantoor omdat het zaterdag is als we bij de bezinepomp vragen hoe of wat, regelen ze voor ons dat de mensen op kantoor komen.
Een man met een landrover tilt onze fietjes in zijn pick up truck en rijdt ons er heen.
Papieren invullen geld betalen gezellig kletsen over Cuba en klaar is kees we zijn nu voor de heel Bahama ingeklaard plus een visvergunning.


Het eiland komt bij ons over als saai en niet leuk opgezet maar de mensen zijn bijzonder aardig.
En in tegenstelling tot Cuba is hier slecht aan verse groenten te komen. Als we bij de haven zien we dat er een vrachtboot is binnen gekomen gaan we even kijken en ja hoor we kunnen tomaten uien en grapefruit kopen ook is er een bewoner en die verkoopt aardappelen brood en kokosbrood ,heel lekker.
De melk is duur 3,75 dollar per liter.
De mensen zijn niet arm en hebben hier zoutwinning als inkomstenbron plus wat toerisme van de zeilboten.
Een haven bouwen is onmogelijk vanwege de harde winden in het hurricane seizoen.

Ons bijbootje is nog niet goed gemaakt het wordt iedere keer flink oppompen.
Maar waar o waar kunnen we hem laten reparen of en nieuwe kopen?

We ontmoeten Clint en Reina waar we kaarten onze Cuba kaarten voor hun Bermuda kaarten ruilen.

Er liggen wel 5 boten om te vertrekken naar
Cuba en wij alleen verder naar de Bahama’s

We zeilen s’nachts naar Mayaguana omdat (90 mijl ) we niet in het donker willen ankeren.

De volgende dag willen we naar Samana eiland maar er staat te veel wind uit het zuid oosten dus besluiten we om door te varen naar Crooked eiland daar komen we bij Landpoint om 7 uur s’avonds aan. Het ankeren is eenvoudig want het is allemaal zandgrond.
Helaas alleen maar rollers dus de boot ligt geen moment stil.

Dankzij de gribfiles van de satteliettelefoon weten we dat er een hevig front voorbij gaat trekken, de wind gaat draaien en toenemen.
In de pilotboeken zoeken we naar veilige plekken om te ankeren, maar zoals wel meer met pilotboeken, die noemen alle gevaren die mogelijk zijn. Daar moet je wel rekening mee houden maar als je alles te absoluut neemt blijf je achter de geraniums zitten.

Na het ontbijt vertrekken we naar Little Habour op Long Island, alleen in te varen door ervaren naviganten bij rustig weer aldus het pilotboek. Als we binnen lopen zijn er witte brekers aan beide zijden van de ingang dat ziet er spannend uit maar het is goed te doen.
Wat een mooie plek, hier komt niemand en de vissers die er vroeger waren zijn ook al verdwenen, de geluiden zijn van het water de vogels en wij.

Wat een mooi stukje ongerepte natuur, de maan schijnt door het kristalheldere water op de bodem. Wel vreemd een grote romp van een zeilboot op de kant en diverse scheepswrakken in het water. Een omen?

De volgende dag is alles anders, er is harde wind en schuim van de brekers, we liggen nu op zeer ondiep water, is het anker een stukje opgeschoven?
De kiel en roer gaan omhoog, nog maar 1 meter vijftig diepte onder de boot, het strand en het scheepswrak is een stuk dichterbij gekomen.

De boot giert om het anker en omdat we een periode van volle maan tegemoet gaan wordt het dan met het volgend laagwater ondieper, de baai verlaten kan niet door de brekers.
De wind trekt aan,loeit en de regenvlagen geselen de boot, anker op?, Ja , gelukkig de motor start, nu vol gas tegen wind en golven en na een korte strijd liggen we weer voor anker, nu in veel beter 4 meter diepte en weer kijken of het anker het houdt.

Toos vind dit niet leuk meer maar handelde perfect en is nu wat angstig, nu een dag of een aantal dagen in gierende wind dat met al die wrakken om ons heen. Waarom liggen die daar? Afleiding is voor Toos de remedie anders gaat ze piekeren dus leert Toos leert Ton een potje Kruisjassen dat is Klaverjassen maar dan met zijn tweeen.
Ton verliest dik, maar de ervaring leert dat er een tijd komt dat Toos wel kan inpakken want de volhouder wint.

Buiten slaan de golven stuk op het rif die onze ankerplek beschermt, de boot rukt en trekt aan het anker, de wind neemt toe tot windkracht 8 en wij bivakkeren aan boord , te veel wind om de bijboot te water te laten. We krijgen steeds meer vertrouwen in de houdkracht van het anker hoewel de blauwe tros van de spring een zwakke plek heeft, daar zetten we een afstopperknoop op.
Kruisjassen, yoga , Spaanse les, David Balldacci thrillers, lekkere maaltijden uit blik en versgebakken brood en waterrantsoen 1 liter pp zijn onze overlevingsingredienten.

Er is een 6 km lang pad naar het dorp Rosa, waar een goede winkel te vinden is en een gezellige chat in het cafe, aldus het 10 jaar oude pilotboek. Met rugzakken voor de boodschappen gaan we op stap. Het gehucht blijkt verlaten , de bejaarde bewoners hebben geen opvolgers, lege huizen, 2 lege kerken en geen proviand. Dan krijgen we een lift van Jim en Maggy uit Ohio, dat klikt, vele kilometers rijden we we slagen erin om in 3 kleine winkeltjes blikvoedsel en waarachtig vers brood te bemachtigen. Wij trakteren op lunch en Jim en Maggy brengen ons, heel tof, over een smal bospaadje met een door swiepende takken bekraste auto ons tot aan de boot. We hebben weer proviand.

Snelle zwarte ronde schichten onder water blijken geen roggen maar schildpadden die met moeite door de bijboot kunnen worden ingehaald. Aan wal spannen we onze hangmatten en genieten van onze eenzame baai Little Harbour waar je alleen in kunt met rustig weer maar ook… alleen ….eruit met kalme zee en dat gaat nog dagen duren!
Nu rollen de brekers voor de ingang.

Op de 9de dag is de deining even wat minder en met hoog water volgen we voorzichtig de tracklijn van de plotter die precies aangeeft het spoor van binnenvaren, het is minder spannend dan we dachten er staan golven links en rechts schuim we sturen op track naar het diepere water.

In Clarence Town ankeren we achter Silvio de Zwitser met zijn Amel en hazewindhond en zien we het kleinste rode aanloopboeitje van ons leven, zo groot als een potje pindakaas!

We ontmoeten de nederlanders Marijke en Rudy we gaan met een gehuurd autootje op stap voor een goede supermarkt waar ze wel wat verse groenten hebben daarna drinken we cola in het huiskamer cafeetje van de ex-visserman captain Clio.
De volgend dag maken we met de auto een tocht naar het noorden .
We zien af en toe de west kant van het eiland met het heldere ondiepe water.
Toos koopt een van kokos blad en riet gemaakt handtasje dit is het lokale hand werk wat veel gemaakt werd hier op long eiland.

We varen weer verder:
48 mijl naar het noordnoordoosten ligt het eiland Rum, het waait 20 knopen en we liggen met een knikje in de schoot op koers ,maar dan de ragged stijle seas en niet voorspeld windkracht 7 tot 8 het wordt wild en nat, de stuurautomaat redt het niet meer, te ruige zeeen en we verleggen de koers 10 graden naar Conception, Columbus heeft deze naam geven. Na een pittge tocht met hevig sturen gaan we voor anker terwijl de wind loeit en ons anker de Bruce gretig in het zand hapt.

Oh wat is het hier mooi , de kleuren van het water ver van de bewoonde wereld en gezellig ook met Piedro de Braziliaan en zijn Franse vriendin Sophia va 22 resp 30 jaar die geen bijboot hebben en zwemmend naast de nurse-shark naar onze boot komen. Chris ( 50 ) en de crew vriendin met kids van zijn cat komen ook bij ons aan boord om het de boot te zien en het vers gebakken brood van Toos te proeven!

Met deze groep gaan we aan wal en volgen een spannend pad naar de saltponds, s’avonds gebakken vis en coctails bij de cat aan boord. Heerlijk deze fijne mensen te ontmoeten en samen op te trekken terwijl de leeftijdverschillenn enorm zijn.

Daarna George town op Great Exuma, hier komen we weer in de bewoonde wereld met veel boten voor anker.

maandag 5 maart 2012

Verslag 12 februari tot 25 februari Chivirico en Santiago de Cuba Zuidoostkust Cuba en oversteek naar Bahama’s

Chivirico , in de pilot staat ‘Gode zij dank dat deze baai er is om veilig te ankeren ‘ en het is een prima plek om een auto te huren’. Contrasten ten over: het dorpje met zijn zwarte snuffel varkens is heel arm en het ‘posh’ hotel op de berg heeft 4 sterren. De auto hebben Toos en Do super snel geregeld, die staat al klaar op de wal, maar als wij de volgende dag met de dinghy aan willen meren is de geuniformde revolutionaire garde plotseling paraat en wel met een voor ons verrassend bevel : “ wij mogen de tierra niet betreden !!” de boot moet zich in Santiago melden. Vriendelijk maar onvermurmbaar wordt dit strakke standpunt volgehouden , we mogen hier alleen aan blijven om te slapen, dat Marjan morgen een bus moet hebben om haar vliegtuig te kunnen bereiken is van zeer ondergeschikt belang. Waarom is niet van belang, het is een nieuwe regel.

Murphy slaat toe, en knal, gesis!!, de bijboot ontploft omdat de overdukventiel het niet doet, de voorkant is slap en gerimpeld. En de auto staat met een lekke band zonder een meter te hebben gereden, de chips zijn op. Gaat Marjan haar vliegtuig missen???.

We zijn nu wel even bezig met : Band verwisselen, bijbootje plakken,auto terug, geld deels terug en we varen om 4 uur s’middags weg om middernacht aan te komen in Santiago. Vlagen door de bergen 2 reven en een pittige tocht. We gaan voor anker na een zoektocht in het donker.
De volgende dag maakt Marjan gniffelend mee hoe het registreren van een boot en 5 personen, het overschrijven van paspoortgegevens en dergelijke door twee zeer amaibele twee-strerren functionarissen meer dan anderhalf uur duurt. We mogen nu aan wal!!! Nu nog de bus regelen, een rit van 15 uur, de tijd dringt.

We kunnen niet reserveren omdat elke opstapplaats een rantsoen ( geheel in Cubaanse stijl) heeft . Het rantsoen van Santiago is op en we moeten wachten op de bus en dan zien hoe vol ie is, er zijn hier mensen ,die voor andere bestemmingen hier al drie dagen bivakkeren, Marjan rookt nu echt heel stevig . Haar alternatief is een taxi voor 300 euro of blijven, Wouter doet aan sociale begeleiding en HET LUKT!!!! Een half uur voor vertrek om half acht is er pas zekerheid, ze mag op de bus en gaat de vrieskou tegemoet.

Wij gaan camarones en pescado eten. En dansen de salsa tot diep in de nacht.
Met een tevreden gevoel dat we alles weer voor elkaar hebben.

In Santiago de Cuba laten we ons rondleiden door Michel die ons de mooie plekjes laat zien. Hij is nu werkloos als geschiedenis leraar en verdient meer geld nu met toeristen.

Met een old timer maken we een uitstapje naar de noordoostkust het charmante Frans getinte dorpje Baracoa, hier ging Columbus voor anker in 1492. Bossen, standen, bergen, koffie en cacao.
Op zaterdagavond is er muziek op het stadsplein.

We slapen in een groot b & b met en dak terras met uitzicht over de stad.
Zondag gaan we naar het Casa Russa van een Rusische artiste die Rusland is uitgevlucht voor de communistische revolutie, zij heeft Fidel geholpen om in het zadel te komen want zij vond zijn ideen goed toen nog niet communistisch.

De 85 jarige pleegzoon in het museumpje vertelt hier over en doet dit met volle overgave, en verkoopt ons zijn kinderlijke gemaakte schilderijtje voor 5 cuc.

Als Ton en Toos naar de baai lopen komen ze langs een arm gezin dat heel vriendelijk is en hen uitnodigt voor de koffie; Toos had haar shampo en tanpasta vergeten als kadootjes voor de mensen. dus beloofde we terug te komen dit hebben s’avonds gedaan.
Ze zijn erg blij en wij realiseren ons dat ze echt heel arm zijn.

In de baai hebben we gesnorkeld en gegeten.
Daar kom een opa met een kind van 16 naast ons zitten dit blijk een amoreuze relatie.
Dat zie je hier wel meer het is een manier om weg te komen uit het land.
S ‘middags gaan we naar het strand en Ton krijgt hier een massage op het strand.
We zien een oud vissers dorpje en we praten met wat mensen dit willen ze graag.

Het uitstapje was heen overdag en de volgende dag terug s’avond om 8 uur dit werd half tien omdat de taxi chauffeur nog wilde dineren met zijn vriendin.
Ondertussen hebben we met een man gesproken die al rappend vertelde dat Cuba niet vrij is en je in de gaten gehouden word. Dit is herkenbbaar in de film ‘fresa y chocolate.’
Nadat eindelijk de chauffeur en vriendin uitgebreid gegeten hadden zijn we midden in de nacht weer aan boord gekomen.

20 februari vertreken Wouter en Do naar Havana ,wij hebben het met hen heerlijk gehad Als we ze om tien uur s’avonds op de bus naar havana zetten zijn weer met zijn tween, We missen ze erg het was zo gezellig en fijn om bij elkaar te zijn. Toos heeft dan altijd en dag dat ze niets leuk vindt en onrustig wordt.

Als we weer in de stad zijn zie we op weersite, dat we moeten vertrekken vanwege de wind. Anders zijn we nog een heel tijd hier in Santiago de Cuba en we hebben het wel gehad met de haven hier die is vies met stank en uitlaatgassen van een oude fabriek.

Dus wij gaan ons bezoek aan Cuba afsluiten.
Cuba: een heerlijk land; de mensen, muziek en landschap.
Mooie prettige contacten, veilig voor ons.
maar met buurtschappen die verklikken en er is verborgen repressie, geen vrijheid van meningsuiting, geen democratie, geen vakbond in een maatschappij die zou zorgen voor arbeiders.
Hoezo libertad? >> Fideltad heerst helaas.

Gezelligheid , muziek dansen en veel armoede een schitterend gevarieerd landschap, terug in de tijd naar paardentram en ossenkar.

Wij pakken het goede windwindow voor de Bahamas en vertrekken uit Santiago.
Als we op het moeilijkste stuk de zuidoosthoek van Cuba varen en om over te steken naar Great Inguana ziet de kustwacht ons en komt op ons af.
Ze willen ze ons even stil leggen door vlak voor ons in de wind te liggen. Hoe kun je het verzinnen een zeilend schip naast een grote stalen bak in golven we kunnen maar net achter hen langs manouvreren, wij stoppen niet en en via de marifoon vragen we wat ze willen. Vraag? Hoeveel mensen zijn er aan boord. Te gek voor woorden dit heet veiligheid.

36 uur later met zonsondergang gaan we voor anker bij Great Inguana het zuid-oostelijke eiland van de Bahama archipel. Hier zijn zo’n 700 eilanden waar we 2 maanden zullen rondzwerven.