zondag 24 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
onderweg van de Azoren naar Engeland.
Een overtocht van 10 dagen waarvan 5 dagen storm wind kracht 7, 8 en 9 zeer hoge golven van wel 10 meter hoog. Die hoge golven onstonden omdat we 5 dagen achter elkaar stormwind uit dezelfde richting hadden.
Op 7 juni vertrokken van het oostelijke Azoreneiland Floris naar Engeland.
De weers voor spellingen waren zuid westen wind en na een dag of 7 zou het gaan veranderen onder invloed van Lagedrukgebieden naar noordenwinden.
Eerder vertrekken kon niet omdat er noordwesten wind stond met golfslag tegen.
Een Zweeds stel ging wel richting Ierland.(wij zijn zeer benieuwd hoe het is afgelopen met hen)
De eerste 2 dagen 20 knopen wind ,zuidwest de lucht helemaal bewolkt en koud en in de
nacht was het aardedonker.
Op de derde dag met 30 knopen we hadden een derde rif in het zeil en was het daardoor voor de wind uit comfortabel zeilen.
Er waren veel walvissen en dolfijnen om ons heen en een grote schildpad die door ons tegen werd gehouden om zijn weg naar het oosten te volgen want we zagen hem naar ons kijken toen hij zijn weg vervolgde achter onze boot langs.
Daarna kregen we een dag mooi weer en weinig wind dus gemotored.
Er was inmiddels een voorspellig van 45 knopen wind binnen gekomen en een bericht van een uitdiepende Laag bij Engeland/Wales .
We hebben nog gekeken hoe die te vermijden maar daar waren alleen de optie van de golf van Biskaje richting La Coruna ,een kaap met een beruchte kust genaamd Costa del Muerte, de wind zou daar ook 35 knopen zijn en rond een kaap altijd wel meer. De golf van Biscaje en de kaap geven te veel risiko. We gaan door naar Engeland dan houden we ruimte en Falmouth is veilig aan te lopen ook voor de wind.
In de nacht zou het 32 knopen gaan waaien dit was ok behalve dat toen Toos s’avonds ging liggen, ze ineens weer recht op stond zo schuin ging de boot en alle boeken van de hondenkooi kwamen over haar heen.
De berichten geven aan dat eerst windkracht 8 en dan windkracht 9 zou komen en mogelijk 50 knopen wind , de barometer bewoog naar beneden. We hadden nog steed derde rif plus halve fok.
Volgens de gripfiles konden we s’middag de zeilen nog verwisselen voor de storm fok.
Om een uur smiddags begon het door te waaien en wij haddende strom fok op grootzeil heel goed opgebonden en fok ingerold en een flinke maaltijd binnen.
````De golven begonnen hoger te worden, maar het voelde voor ons nog steeds comfortabel.
Op 14 juni s’morgden liepen we door hoog schuimende zeeen op de stormfok soms elf knopen van een golfftop af, voor de wind als een skier” in schuss” de goltop af en dan kontje omhoog om de op de volgende golf te rijden. 50 knopen wind!!
Toen Toos binnen door het luik naar de fok keek zag ze dat alle leuvers bijna er af waren besloten we hem te strijken omdat hij daardoor onstabiel kon worden.
Net toen Ton naar voren ging scheurde de top uit de fok.
Nadat Ton de fok had binnen gehaald bleef Toos in de buurt van de automaat om dat deze steeds alarm gaf en dus moeite had de koers te houden.
Ton ging de fok opbergen in het vooronder en de wind nam toe.
De luikjes voor de ingang werden er steeds voorgezet en het grote schuifluik gesloten zodat er geen water binnen kon. Uitschieters tot 65 knopen wind, gierende windstoten.
Toen plotseling werd Toos van stuurboord naar bakboord gesmeten. De stuurautomaat gaf de geest!
En achteraf alles binnenin de boot verhuisde van SB naarBB
Toos bleef sturen en toen Ton door de een spleetje van het bovenste luik vroeg hoe het ging gaf Toos als antwoord
“” niet goed “”
want de stuurautomaat doet het niet meer.
zij er nog was dankzij de reddinggordel nog aan boord.
Toos zag wel dat Ton ook een wit snuitje had en wat bloed op zijn voorhoofd gelukkig alleen een schram door rondvliegende inventaris.
Ton vroeg ‘kun je de boot sturen’?
‘Prima zei Toos,’
‘ Vind je het goed dat ik binnen wat gaat op ga ruimen’
De ravage binnen was onvoorstelbaar:
De bedden hadden eeen salto gemaakt,waren omgekeerd, de tafel was half los van de vloer, het gasfornuis had gevlogen en lag op de grond en hing aan zijn slang heen en weer te slaan,de navigatie tafel was leeg de klep was opengeklapt en de inhoud incl. laptop lag ook aan de overkant dus bakboord. Zelfs een stift had de muur bevlekt aan bb.
De kaasschaaf lag in de handgreepgleuf aan de overkant en overal glasscherven. Ook etenswaren en omdat ook de schuifdeurtjes in de kombuis open zijn gegaan.
En door de kieren van het schuifluik was zo.n 2 liter water binnengedrongen dat zich overal verspreidde.
De ultieme uitdaging:
Vanaf dit moment moesten we de boot zelf goed door de hoge golven leiden.
En hebben elkaar afgelost om de vier uur.
Dit was zeer geconcenteerd werk dat we ook niet met elkaar konden praten.
Het was echt overleven.
Ging je naar binnen moest je zorgen dat je at en sliep.
Bij ons beiden was het besef dat we moesten overleven en dat, dat afhankelijk was van ons eigen kunnen en uithoudingsvermogen.
We hadden allebei het vertrouwen in elkaar dat we het konden en in de boot .Ook de gedachte met altijd dichte luiken het drijfvermogen blijft. Als we volhouden ,doorzetten kunnen we de boel heel houden. We racen voort zonder zeil op ,voor top en takel wordt dat genoend.
Ton had de nacht gedaan mocht uitrusten, en na 2uur vroeg hij aan Toos of hij het weer zou overnemen.
Zeer verleidelijk maar als hij overmoeid zou raken is dat nog slechter.
Dus zei Toos dat het prima ging en ze bleef gewoon haar 4 uur sturen.
En er op hameren dat we moesten eten en slapen.
Het was koud en onze warme kleding was beperkt
Ook de regen pakken waren binnen een mum van tijd nat,golven spoelden door de kuip
Oceanspray overal
Ton was zo slim om de kachel aan te maken zodat we binnen de kleding konden drogen, er waren nog vele uren te gaan.
En langzamerhand kreeg je ideeen hoe je het beste kon kleden.
Toos had bv 2 jassen 2 broeken en 4 boven lagen 2 paar sokken in plastiek zakken daarom heen plus laarzen en dan het redding vest.
We hadden elk een setje thermo ondergoed.
Ton had gelukkig nog een een extra overleving pak met daar overheen zijn regenpak.
Wassen, we weten niet wat dat was tijdens deze dagenen we sliepen soms met laarzen en regenkleding aan als we stand-by moesten zijn.
Je wilt overleven dat geeft kracht en eten en rusten was het belangrijkste, de spierpijn en vermoeidheid komt pas veel later.
We hebben nauwlijks kunnen praten met elkaar.
Alternatieven voor het doorvaren al sturen voor de wind:
Over bijliggen en een zee anker hadden we beiden geen goed gevoel in dit alpenlandschap.
Het sturen ging goed ook al hadden we regelmatig water over ons heen.
En de boot ging niet te snel zonder zeilen of motor.
Alleen op de mast en romp liep zij 6 knopen. Dus ook niet te langzaam, we daalden de toppen goed af ,geen risiko van begraven in het volgende dal. Er lag wel al een lange tros klaar om achter uit te stomen in geval als we zouden moeten remmen.
Ook een provisch sleepanker lag klaar in de kuip.
Het sturen voor de wind zonder zeil bij extreme golven:
Het gaat erom dat de boot voor de wind blijft en niet naar rechts of links tegen de instortende berghelling met loeiende wind gaat opdraaien. Op tijd preventief sturen is van groot belang totale concentratie is nodig om te anticiperen.
De nachten waren donker ,de instrumenten in de kuip alle uitgevallen ,alleen het kompas deed het nog maar niet meer de verlichting ervan, die knipperde steeds zwakker en doofde uit, een hoofdlampje bonden we erop.
Sturen op gehoor en gevoel:
Een zwaar gerommel,donker dreunend geluid en brekende golftopgerofffel betekent : je stuurt mooi recht!
Een heel hoog aanzwellend gegil razend geloei in het linkeroor betekent terug naar rechts want iets te ver en je loeft op en kan omrollen.
Gegil in rechteroor betekent hetzelfde maar dan andersom.
Sensatie en concentratie:
Toos zegt;” af en toe voelde ik ook sensatie als de boot boven op de golf was en daar af surfde’
Alle twee waren we rustig met een uiterste concentratie.
Zo hebben we 3 dagen 72 uur gevaren en toen de wind afnam naar windkracht 8 en later naar wind kracht 7 vonden we het heel rustig worden qua wind niet qua golven.
Het laatste stuk richting Falmouth vaarden we weer op de windpilot en pas toen konden we met elkaar praten en ervaringen aan elkaar uit wisselen.
Aangekomen op land kwam onze echte emotie er uit.
Toos klampte iedereen aan om het verhaal te vertellen.
In Falmouth was een festival voor chantykoren en deze liederen raakte ons ook weer zo dat we er bij stonden te janken
S’ avonds uit eten in een pub met tv voor voetbal heeft Toos heeft allen maar gepraat met Roos over haar storm-ervaring.
Ons geluk is geweest:
Korte nachten en zuid westen wind waardoor we op koers konden bijven.
Onze macotte is het portugese vlaggentje want daar stuurde we op.
Wat belangrijk was het sterke en goed lopend schip en de zeil ervaring die we hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten